23 05 21 - 13 06 21

OUTER & INNER

   

DIRK BOGAERT     KATHLEEN HUYS     BERNARD SERCU

 

    

De titel OUTER & INNER is er gekomen na het samenbrengen van de kunstenaars Kathleen Huys, Bernard Sercu en Dirk Bogaert. De  kijkrichting vervat in deze titel (naar buiten gericht, naar binnen gericht) is een voorzichtige verwijzing naar de intentie van en het sentiment bij lezing van de werken van  Kathleen Huys en Bernard Sercu.
Dirk Bogaert vervolgens laat ons in zijn video  ‘kijken naar het kijken’. In zijn intrigerende videoportretten focust hij op het gelaat en de gelaatsveranderingen.
 
Wie het werk van Kathleen Huys aanschouwt doet dit meestal in twee lezingen, een lezing op afstand en een tweede, onderzoekend, dichtbij. Haar olieverfschilderijen zijn gelaagd, delen van het doek zijn uitgesneden, soms verschoven, terug aan elkaar vastgemaakt,.. Het zogenaamd abstracte beeld, ontstaan door een intuitieve zoektocht, benoemt de kunstenaar  niet als abstract. Het is de vrije weergave van een ervaring, van een concrete landschappelijke ontmoeting.  Huys is een een buitenmens, een verwonderd wandelaar. ‘Nabeelden’ zijn aanleiding tot creatie, telkens opnieuw, en telkens anders. OUTER.
 
Bernard Sercu wordt wel eens een ‘introspectief ‘schilder genoemd. In zijn olieverfschilderijen en tekeningen zijn stilte en concentratie voelbaar. Ook deze werken zijn gelaagd, maar subtiel en in de diepte. Uitgemeten, bewust geplaatste lijnen, evenwichtige vlakverdeling (het vierkant, de cirkel) en spaarzaam kleurgebruik zijn Sercu’s beeldtaal. Vaak werkt hij in reeksen.
Zijn zoektocht omschrijft hij zelf  als een poging verbinding te maken tussen het geestelijke, spirituele en het materiële. INNER.
 
Dirk Bogaert maakt portretten. De video ‘Clementine’, is één van zijn meer dan honderd portretten die alle op dezelfde wijze tot stand gekomen zijn. De geportretteerde  wordt gedurende ongeveer een uur gefilmd. Zowel de positie van de camera als die van de gefilmde persoon is standvastig. Er zijn geen instructies, er is geen script, geen geluid. Er is alleen zichzelf, de tijd en het licht. Na selectie en bewerking  genereert Bogaert een kort tijdsfragment van enkele minuten, dat naadloos in loop en kamerhoog geprojecteerd wordt.
De kijker wordt uitgenodigd  om de  subtiele gelaatsveranderingen te verkennen. OUTER & INNER.
  
 
             
  
   
  
.                  
  
boven links: Bernard Sercu, 2020-2021, 'Zonder Titel', 55 x 30cm olieverf op paneel /  boven rechts: Kathleen Huys, 2020, 'Groeiwijze', 30 x 24cm olieverf op hardboard
onder: Dirk Bogaert, 2021, stills uit video 'Clementine' 
  
 “OUTER & INNER” – VERSLAG VAN EEN BEZOEKER
  
“Oh! Blinde, blinde en arme man… Geen ogen, geen zicht! – Vertel me: was je blind van bij de geboorte?” - Ik wist niet wat het was: misschien louter een residu van een klassieke opleiding? Een ongewilde uitdrukking van een latent moedercomplex? Of toch gewoon blind toeval? Ik had aanvankelijk moeite om vast te pinnen waarom ik,  bij het bezoek aan de tentoonstelling “OUTER & INNER,” een expositie die het ogenschijnlijk diverse werk van kunstenaars Bernard Sercu, Kathleen Huys, en Dirk Bogaert samenbrengt, vaag terugdacht aan deze prachtige versregel uit Sophokles’ Oedipous-tragedie.  Ik was de galerie binnengekomen via het grote schuifraam, had na enkele passen voorwaarts een kwartslag naar links gemaakt, en bevond me al even in het midden van de ruimte, doorheen een muuropening starend naar een projectie die de gehele uiterste wand vult. De projectie, vernam ik later, is een videoportret van de camera van Dirk Bogaert, en toont een close-up van het aangezicht van Clementine, een kennis van de kunstenaar. Ik moest al een hele tijd, als in een droom verzonken, haar gelaatstrekken hebben bestudeerd, haar ogen gevolgd, … totdat deze laatste abrupt die van mezelf kruisten en me opeens een gedachte overviel: ik ben een ziener, een toeschouwer, een voyeur die kijkt naar het kijken op een manier zoals ik zelden eerder deed. Ik besloot, overtuigd van mijn nieuwe rol, de blik van de jonge vrouw uit het portret verder te analyseren. Soms leek deze naar buiten gericht, zoekend naar een object – zag ik, in de schittering van haar iris, de weerkaatsing van een tuin in bloei? - in de zich omringende wereld waar haar ogen even rustten; op andere momenten leek haar blik verstild, ietwat leeg en verdiept, en met duidelijk een andere intentionaliteit – niet naar buiten, zoals zo-even, maar alsof gericht op een innerlijk schouwspel. Een interieure en exterieure blik… “OUTER” en “INNER” … Plots begreep ik de titel: dit was, meende ik, een expositie waar het zien centraal stond, waar werd gevraagd om doorheen blindheid te kijken naar het kijken, het schouwen te aanschouwen, en opmerkzaam te zijn voor de zin van het zien.
 
Deze zelfopgelegde opdracht indachtig, draaide ik mezelf opnieuw om. Aan de rechterkant en voor me: reeksen strakke, minimalistische werken van kunstenaar Bernard Sercu. Links, op ooghoogte, de vrije, eerder lyrische, schilderijen van kunstenares Kathleen Huys. Het contrast tussen de werken van beide kunstenaars is zelfs vanop afstand groot – een eerste oppervlakkige indicatie van een verschil in de intentionaliteit van hun zien. De tekeningen, schilderijen, en houtsneden van Bernard Sercu zijn afgemeten, ingetogen en leeg – toch staan ze tegelijkertijd bol van een symboliek die schatplichtig is aan de christelijke spiritualiteit. Geometrische figuren zoals de ruit, het vierkant, en de driehoek zijn in Sercu’s beeldtaal nooit zomaar meetkundige vormen, maar zijn externe manifestaties van een interne spirituele tocht, en verwijzen steeds naar de relatie tussen hemel en aarde, mens en God. Zoals het kruis, begreep ik, waar een verticale lijn een horizontale lijn snijdt, lijkt ook Sercu herhaaldelijk op zoek naar een mogelijke intersectie waar hemel aarde ontmoet, of waar mens God treft. Diens werk heeft daarom iets ascetisch en zelfs mystiek: gefundeerd op leegte en spaarzaamheid, in stand gehouden door een repetitie die een rituele functie vervult, is de praktijk van Bernard Sercu als kunstenaar niet zo heel verschillend van de praktijk van de christen als monnik. Ik bedacht me dan ook dat het geen toeval kon zijn dat, in de christelijke mystiek, een ontmoeting tussen mens en God als een visuele ervaring werd aangeduid, voorbij woorden en representatie. De mystieke unie is in het christendom steeds de geestelijke visie van God; het zien van een ziener wiens blik gezuiverd is van zintuiglijke verblinding en vertroebeling; het introspectieve aanschouwen van Waarheid, van een leegte die vol wordt.
 
Ik zag even de verstilde ogen van Clementine terug voor me, … en keerde me om toen naar een andere wereld, naar de kunstwerken van Kathleen Huys. Hier geen geometrie, verinnerlijking, of repetitie te bespeuren: de werken kenmerken zich door hun uniciteit, grilligheid en een zekere naïviteit. Hoewel ook hier een zekere drang naar minimalisme schuilt, lijkt deze te steunen op een lyrische ondergrond die duidelijk botst met de abstracte vergeestelijking in het werk van Sercu. De artistieke voedingsbodem van Huys is dan ook verschillend, en situeert zich buiten zichzelf, in de natuur. Planten in bloei, een rimpeling op het water, de groenschakeringen van een weiland, … de grote variëteit aan beelden in haar werk suggereert dat de kunstenares een aanschouwende buitenmens is, een aandachtig contemplatieve natuurwandelaar voor wie de schepping een heidens-sacraal karakter lijkt te hebben. Ik bekeek de werken van naderbij – de romantische verbondenheid die Huys heeft met de natuur werd bijna tastbaar. Hier en daar werden stukken doek gescheurd, uitgesneden, verplaatst, aaneen geniet; elders werd verf in dikke, ritmische lagen aangebracht. Het zijn technieken die diepte en ruimtelijkheid creëren, de diepzintuiglijke aard van haar werk illustreren,  en getuigen van een oogopslag die natuurlijke breuken, verschuivingen, of “kwetsuren” opspoort. Crisismomenten waar de natuur zich op haar levendigst toont – gras dat doorheen smeltende sneeuw tevoorschijn komt, een zonsopgang, een bloeiende boom. Huys’ blik toont zich voortdurend zoekend naar iets nieuws, uniek, en levendig in de natuur. … Ik dacht plots aan Clementine, en de bloeiende tuin in de glans van haar ogen.
 
Wat later vond ik mezelf opnieuw voor de muuropening, turend naar het videoportret van Dirk Bogaert. Kijkend naar het kijken, maakte ik de balans op van mijn bezoek aan de expositie. Ik had van twee kunstenaars de werken gezien die zich op het eerste zicht kenmerkten door hun radicaal verschil: strakke geometrie tegenover vrije lyriek; geestelijke ingetogenheid versus zintuiglijke uitbundigheid. Maar wat hen bindt, begreep ik nu, is sterker dan wat hen scheidt. Zowel het werk van Bernard Sercu als dat van Kathleen Huys wordt gekenmerkt door de bekommernis om zuiver en onbedekt te kunnen kijken – Sercu ter contemplatie van geestelijke Waarheid, Huys ter aanschouwing van zintuiglijke Schoonheid. In “OUTER & INNER” wordt aan de bezoeker gevraagd deze blik van de kunstenaar over te nemen – om binnenin te zien,  de buitenwereld te bekijken, of het schouwen te aanschouwen. Ik staarde nog even naar Clementine. Toen maakte ik een kwartslag naar rechts, zette enkele passen vooruit tot aan het schuifraam, en verliet, als een Oedipous die opnieuw kon zien, met nieuwe ogen de galerie.
 
Ramses Degroote
 
  
De tentoonstelling is te bezichtigen op vrijdag, zaterdag en zondag, telkens van 15u tot 18u . Of na afspraak 0494 534566